CBS-rapport Hernieuwbare Energie in Nederland 2020

Op 30 september 2021 heeft het CBS nieuwe cijfers gepubliceerd over hernieuwbare energie in Nederland, over 2020. Dit jaarrapport verschijnt één keer per jaar in september. De algehele conclusie uit het meest recente jaarrapport is, dat het  aandeel hernieuwbare energie in het totale energieverbruik is gestegen van 8,8 procent in 2019 naar 11,1 procent in 2020.

In Europees verband is afgesproken dat Nederland in 2020 uit moest komen op 14 procent hernieuwbare energie. Om alsnog aan deze afspraak te voldoen is in juni 2020 een flexibele overeenkomst met Denemarken afgesloten om 8 tot 16 TWh hernieuwbare energie over te dragen. De meeste hernieuwbare energie, namelijk 54 procent, komt uit biomassa en 23 procent uit windenergie. De bijdrage van zonne-energie is gegroeid naar 14 procent. De overige bronnen als waterkracht, bodemenergie en warmte uit de buitenlucht droegen gezamenlijk 9 procent bij.

Hieronder kunt u de highlights uit de publicatie lezen. Voor de volledige versie verwijzen wij u graag naar de website van het CBS.

Hernieuwbare energie voor warmte

Het verbruik van hernieuwbare energie voor warmte steeg in 2020 met 7 procent ten opzichte van 2019. Het aandeel hernieuwbare energie in de warmtevoorziening groeide naar 7,9 procent. De stijging in het verbruik van hernieuwbare warmte kwam vooral door een toename van de productie van warmte bij het meestoken van biomassa in kolencentrales en door het gebruik van warmtepompen met benutting van buitenluchtwarmte.

Gebruikte databronnen

De cijfers zijn gebaseerd op een zeer diverse reeks databronnen. Lees hierover meer op de website van het CBS. Belangrijke bronnen zijn o.a. de reguliere energie-enquêtes van het CBS. Voor warmtepompen zijn specifieke enquêtes uitgestuurd naar de leveranciers van dergelijke systemen. Warmte/koudeopslag is in kaart gebracht op basis van gegevens over vergunningen van de provincies in het kader van de Grondwaterwet.

Ontwikkelingen hernieuwbare energie totaal

In 2020 was het aandeel hernieuwbare energie 11,1 procent van het eindverbruik van energie. Ondanks een groei van ongeveer 26 procent in het aandeel hernieuwbare energie ten opzichte van 2019 (8,8%) is om de bedoelde 14 procent te behalen de maximale statistische overdracht met Denemarken vereist. Het verbruik van hernieuwbare energie was in 2020 met 220 petajoule 19 procent hoger dan in 2019. Het verbruik van energie uit biomassa, goed voor 54 procent van het totaal aan hernieuwbare energie, nam met 10 procent toe. Er waren daarnaast flinke stijgingen van energie uit zon (+49%), windenergie (+29%) en buitenlucht (+30%). De groei van aardwarmte en bodemenergie bleef in 2020 beperkt tot 9 procent.

Bruto eindverbruik van hernieuwbare energie (PJ)

In onderstaande tabel ziet u de ontwikkelingen in het eindverbruik van hernieuwbare energie vanaf 1990 tot en met 2019, inclusief de voorlopige cijfers van 2020. Uitgedrukt in PJ:

1990 2000 2010 2018 2019 2020**
Waterkracht, totaal (1) 0,3 0,4 0,4 0,3 0,3 0,3
Windenergie, totaal (1) 0,2 2,7 16,2 36,1 38,8 50,2
Op land (1) 0,2 2,7 13,5 23,7 26,7 32,3
Op zee (1) 2,8 12,4 12 17,9
Zonne-energie, totaal 0,1 0,5 1,2 14,5 20,4 30,5
Zonnestroom 0 0 0,2 13,4 19,2 29,3
Zonnewarmte 0,1 0,5 1 1,2 1,2 1,2
Aardwarmte en bodemenergie . 0,2 2,5 8,1 10,3 11,3
Buitenluchtenergie . 0 0,5 4,7 6,2 8
Biomassa, totaal 21,2 31 71,6 92,6 108,4 119,4
Afvalverbrandingsinstallaties 4,1 9,1 14,1 16,6 16,6 16,7
Bij- en meestoken biomassa in centrales 0,8 12,9 2,9 7,9 19,7
Biomassaketels bedrijven, WKK 0,4 1 4,4 11 14,1 14,9
Biomassaketels bedrijven, alleen warmte 1,7 2,2 5,5 11,5 12,6 13,3
Biomassa bij huishoudens 12,9 14 17,1 16,4 16,3 16,2
Stortgas 0,2 1,1 0,7 0,3 0,3 0,3
Biogas uit rioolwaterzuiveringsinstallaties 1,4 1,8 1,8 2,1 2,2 2,5
Biogas co-vergisting mest (2) 3,4 4,5 5,1 5,7
Overig biogas 0,5 1 2,1 4,5 4,9 5,6
Vloeibare biotransportbrandstoffen 0 0 9,6 22,9 28,4 24,3
Totaal hernieuwbare energie 21,8 34,7 92,4 156,3 184,4 219,6
Aandeel hernieuwbare energie in
bruto energetisch eindverbruik (%)
1,2 1,6 3,9 7,3 8,8 11,1

Bron: CBS
(1) Inclusief normalisatieprocedure uit de EU-Richtlijn hernieuwbare energie
(2) Tot en met 2004 onderdeel van overig biogas
Een punt (.) betekent dat een cijfer onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim is. Niets (blanco) geeft aan dat een cijfer op logische gronden niet kan voorkomen of dat de waarde nihil is.
**Nader voorlopige cijfers
StatLine – Bruto eindverbruik van hernieuwbare energie (cbs.nl)

Ontwikkelingen Warmtepompen

Het gebruik van buitenluchtwarmte met warmtepompen groeit gestaag. De laatste jaren is de populariteit van dit type warmtepomp zelfs flink gestegen. In 2020 werden 230 duizend installaties geplaatst met een totaal vermogen van 1 350 megawatt. Het jaar daarvoor waren dit 154 duizend installaties met 990 megawatt aan vermogen. De groei van 2020 zit vooral in de afzet van warmtepompen gekoppeld aan luchtverwarmingssystemen. Veel van deze warmtepompen, in het bijzonder die geïnstalleerd zijn in woningen (150 duizend stuks), hebben een kleine capaciteit en zullen relatief vaak uitsluitend voor koeling gebruikt worden.
Daarnaast neemt ook het aantal warmtepompen gekoppeld aan verwarmingssystemen op basis van water sterk toe. Het gaat dan ook vooral om installaties in woningen.

Energienormen

Warmtepompen met gebruik van buitenluchtwarmte kunnen relatief goedkoop geïnstalleerd worden in een nieuw gebouw en de toegenomen bouw van woningen en kantoren zal dan ook aan de stijging van de afzet hebben bijgedragen. Daarbij speelt ook dat de steeds strengere energienormen in de nieuwbouw en het vervallen van de aansluitplicht op het gasnet voor nieuwe woningen per 1 juli 2018 een extra aanzet zullen geven om warmtepompen te installeren.

Daarnaast heeft de ISDE-regeling een impuls gegeven voor de afzet van warmtepompen met water als afgiftesysteem. In tegenstelling tot bij warmtepompen op bodemwarmte worden ISDE warmtepompen op buitenluchtwarmte voor het grootste deel in bestaande gebouwen geplaatst. Ongeveer de helft van de ISDE warmtepompen met buitenluchtwarmte werd bij woningen geplaatst in 2020.

De benutting van de buitenlucht voor verwarming met verwarmingssystemen op basis van lucht gebeurt van oudsher vooral in kantoorgebouwen. Het gaat dan vaak om omkeerbare warmtepompen. Dat zijn warmtepompen die in de zomer kunnen worden gebruikt als airco om te koelen, en in de winter om te verwarmen. De meerkosten van koelmachines die niet alleen kunnen koelen maar ook kunnen verwarmen zijn beperkt. Daardoor worden de omkeerbare warmtepompen vaak verkocht zonder veel subsidie. Wel is het mogelijk om voor efficiënte omkeerbare warmtepompen een korting te krijgen op de belasting via de Energie-investeringsaftrekregeling (EIA).
De laatste jaren zijn er ook veel lucht-lucht systemen bij woningen geplaatst.

Warmtepompen en bodemenergie

Warmtepompen en bodemenergie worden vaak toegepast in nieuwe gebouwen. Uit een analyse van ontvangen RVO-databestanden met gegevens over aanvragen voor ISDE-subsidie blijkt dat in 2018 voor ongeveer 42 megawatt aan warmtepompen met bodemenergie is geplaatst, in 2019 ongeveer 73 megawatt en 2020 ongeveer 68 megawatt. Voor het grootste deel ging het om warmtepompen bij nieuwe gebouwen of woningen. In 2020 werd ongeveer 66 procent van het vermogen bij woningen geplaatst, de rest bij bedrijven.

De meeste open bodemenergiesystemen staan in de provincies Noord- en Zuid-Holland en Noord-Brabant. Deze verdeling reflecteert in grote lijnen de aanwezigheid van grote gebouwen, die zich goed lenen voor toepassing van warmte/koudeopslag met open systemen.

Klimaatdoelstellingen en warmtepompen

De inzet van warmtepompen voor collectieve én individuele verwarming en koeling is essentieel voor de energietransitie. In onderstaande tabel is te zien dat de vermeden emissies van CO2 voor warmtepompen op buitenlucht tot en met 2017 licht negatief was, en zich in de jaren daarna in positieve zin heeft ontwikkeld.  De verklaring hiervoor is dat de besparing van deze warmtepompen afhangt van het verschil tussen het uitgespaarde aardgasverbruik en de daaraan gerelateerde emissies enerzijds (aardgasketel) en het extra verbruik van elektriciteit en de daaraan gerelateerde primaire energie en emissies anderzijds (warmtepomp).

Waardoor komt deze positieve ontwikkeling in vermeden CO2-uitstoot?

Elektriciteitsopwekking heeft volgens de huidige referenties een hogere CO2-emissie per eenheid verbruikte energie dan warmteopwekking in een aardgasketel. De laatste tijd neemt de bijdrage van steenkool aan de elektriciteitsproductie in Nederland af, daardoor wordt de referentie elektriciteitsproductie minder CO2-intensief en neemt de berekende CO2-besparing van de warmtepompen met gebruik van buitenluchtwarmte weer toe tot ongeveer 100 kton.

Overigens is het belangrijk om te weten dat zowel het vermeden verbruik van primaire energie als de vermeden emissies van CO2 sterk afhangen van de energieprestatiefactor van de warmtepompen. Deze waarde voor deze factor is overgenomen van een richtsnoer van de Europese Commissie (zie RVO.nl en CBS, 2015), maar feitelijk is nog erg weinig bekend over de prestaties van warmtepompen op buitenlucht in de praktijk.

Warmtepompen: vermeden verbruik van fossiele energie + vermeden CO2-emissie

In de tabel hieronder is het positieve effect van het gebruik van warmtepompen op het vermijden van fossiele primaire energie en het vermijden van CO2-emissie te zien:

Jaar
Onttrekking van  warmte uit buitenlucht (TJ)
Bruto eindverbruik (TJ)
Vermeden verbruik fossiele primaire energie (TJ)
Vermeden emissie
CO2
(kton)
Totaal 2000 23 23 3 0
Totaal 2005 81 81 12 -1
Totaal 2010 536 536 133 -1
Totaal 2015 2 019 2 019 439 -39
Totaal 2018 4 668 4 668 1 598 1
Totaal 2019 6 168 6 168 2 370 74
Totaal 2020** 7 999 7 999 3 063 95
Utiliteitsgebouwen 2018 2 695 2 695 925 1
Utiliteitsgebouwen 2019 3 249 3 249 1 251 39
Utiliteitsgebouwen 2020** 3 861 3 861 1 483 46
Woningen 2018 1 972 1 972 673 0
Woningen 2019 2 919 2 919 1 119 35
Woningen 2020** 4 139 4 139 1 580 49

Bron: CBS
**Nader voorlopige cijfers

Vereniging Warmtepompen

Verkoopgegevens van warmtepompen, zoals gepubliceerd in de rapportage van het CBS, zijn verzameld in samenwerking met de Vereniging Warmtepompen en haar leden. Vereniging Warmtepompen speelt een belangrijke rol binnen de energietransitie. Onze leden dragen sterk bij aan verduurzaming van de gebouwde omgeving.

Rond de groeiende inzet van warmtepompsystemen spelen veel partijen een rol en daarmee is een diversiteit aan doelstellingen gemoeid. Doelstellingen op het terrein van onder meer geluid, bouw en politiek. Binnen de keten maken wij ons hard voor uw positie als leverancier van warmtepompen. Het doel: de integratie van warmtepompsystemen voor u zo soepel mogelijk te laten verlopen met als einddoel reductie van CO2-emissie.

Wilt u meer weten over Vereniging Warmtepompen en de voordelen van het lidmaatschap van onze vereniging? Lees dan hier verder.

Lees hier het uitgebreide rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek

 

Geschreven op:

Datum dinsdag, okt 05

Onze leden

Dé brancheorganisatie voor warmtepompen in Nederland

Voorheen DHPA (Dutch Heat Pump Association)

Vereniging Warmtepompen

Postbus 5135
1410 AC Naarden

E-mailadres

Site informatie

Nieuwsbrief

Meld u aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief