De Vereniging Warmtepompen (VWP) heeft samen met De Nederlandse Verwarmingsindustrie (NVI) een zienswijze ingediend op het voornemen van het Ministerie van I&W om een Algemeen Verbindendverklaring (AVV) op te leggen aan producenten(organisaties) om deel te nemen aan een nieuwe stichting OPEN, waarin de SMR zal opgaan.
Zienswijze VWP en NVI
De recycling-bijdragen van warmtepompen worden nu door SMR als producentenorganisatie bepaald en beheerd. Na meerdere gesprekken van een delegatie van VWP en NVI met SMR is onze conclusie dat SMR een kosten-ineffectief en niet-transparant beleid voert waardoor wij op voorhand geen vertrouwen hebben in een nieuwe organisatie met dezelfde partij. Een AVV zou ons de facto verplichten daar wel aan deel te nemen waarmee de actuele concurrent van SMR, WEEE Nederland, buitenspel komt te staan. De ingediende zienswijze vindt u hier.
Onverklaarbaar hoog
Er worden – uiteraard – nog weinig warmtepompen gerecycled. Er is een vrijwel éénrichtingsverkeer de markt op en retourstromen zullen naar verwachting eerst vanaf 2035 enig volume gaan krijgen. De ten behoeve van de danmalige recyclingactiviteiten zal daarmee rekening moeten worden houden, evenals met de (hoge) restwaarde van het metaal. Uit onze analyse blijkt dat het 2019-tarief van € 0,09/kg minimaal een factor twee te hoog is ten opzichte van de daadwerkelijke recycling activiteiten. Bovendien dreigt de op te bouwen reserve te worden belast met vennootschapsbelasting door de overheid en is de overhead van SMR zéér en onverklaarbaar hoog.
Registratieprobleem
De AVV-actie is door de overheid ingegeven om ‘free-riding’ te voorkomen en om het formele recycling percentage te verhogen van de geregistreerde naar de doelstelling van 65%. Het werkelijke percentage ligt al veel hoger dan het geregistreerde wegens een ‘grijs’ circuit van restmetaal. Het is o.i. dus meer een inzamel- en registratieprobleem dat niet wordt opgelost door een her-organisatie van dezelfde spelers met gedwongen winkelnering. Er zijn ook Kamervragen gesteld.
De AVV is beoogd op 1 januari 2021 in te gaan.