De warmtebehoefte van een woning wordt bepaald door zowel de vraag naar centrale verwarming als de behoefte aan warm water. De laatste jaren is er een duidelijke trend waarneembaar in de afname van de vraag naar verwarming, bijvoorbeeld door verbeterde isolatie en het gebruik van warmteterugwinning in ventilatiesystemen. Echter, de normen en berekeningsmethoden voor de warmwatervraag voor tapwater zijn (vrijwel) onveranderd gebleven. Binnen de NTA8800 wordt het aantal vierkante meters als maatstaf gehanteerd. En in de ISSO-publicatie 30 voor de bepaling van tapwater, evenals bij Woningborg en SWK, wordt voornamelijk het aantal personen waarvoor de woning bedacht is als maatstaf genomen.
Verschuiving in de warmtevraag
Doordat de verhouding van warmtevraag voor centrale verwarming en tapwater meer verschuift richting tapwater en deze vraag sterk kan variëren, kunnen warmtepompen voor woningen steeds kleiner worden, maar blijft de vraag naar tapwater nagenoeg gelijk.
Diversiteit in boilerformaten
Om te voldoen aan variabele warmwatervraag maken verschillende leveranciers gebruik van uiteenlopende boilerformaten. Deze variëren van 90 liter tot ongeveer 300 liter voor standaardwoningen, en zelfs tot ongeveer 500 liter in extreme gevallen. Deze diversiteit voorkomt dat onnodig grote boilers in kleinere woningen worden geïnstalleerd, wat de efficiëntie bevordert en ervoor zorgt dat er zo min mogelijk materiaal wordt gebruikt.
Problemen in de huidige praktijk
Tot op heden heeft het ontbreken van kwaliteitsverklaringen voor bepaalde combinaties van warmtepompen en boilers weinig problemen veroorzaakt in de praktijk. Echter, tijdens het ontwerp- en bouwproces wordt vaak een andere keuze gemaakt voor de warmtepomp en boiler dan aanvankelijk bedacht, wat kan leiden tot situaties waarvoor geen kwaliteitsverklaring beschikbaar is. Dit kan problemen opleveren bij het voldoen aan de bouwvoorschriften en energieprestatie-eisen.
Toekomstige uitdagingen
Met de invoering van de Wet op de Kwaliteitsborging zal de behoefte aan nauwkeurige toetsing en controle van ontwerpkeuzes verder worden verscherpt. Dit kan leiden tot een grotere vraag naar geteste combinaties van warmtepompen en boilervaten om aan de gestelde eisen te voldoen.
Noodzaak van tests
De diversiteit aan modellen en capaciteiten van warmtepompen en boilervaten vereist een groot aantal tests om de prestaties van verschillende combinaties te beoordelen. Dit legt aanzienlijke druk op de beschikbare testcapaciteit van geaccrediteerde laboratoria, wat resulteert in langere wachttijden en mogelijke vertragingen in verduurzaming.
Alternatieve rekenmethodiek
Door de rekenmethodiek door BCRG toe te laten staan onder de genoemde voorwaarden, wil Vereniging Warmtepompen voorkomen dat de testlaboratoria nog grotere achterstanden krijgen en er problemen ontstaan tijdens de toetsing van het ontwerp en de werkelijke situatie ten opzichte van de berekende energieprestatie tijdens de bouwaanvraag. De rekenmethode maakt het, onder voorwaarden, mogelijk dat een apart getest boilervat en warmtepomp toch als combinatie doorgerekend kunnen worden en tot een kwaliteitsverklaring kunnen leiden zonder dat de combinatie getest hoeft te worden.