Verkoopstatistieken warmtepompen uitgelegd

 

Vereniging Warmtepompen behartigt de belangen van de fabrikanten en importeurs van alle typen warmtepompen. Als brancheorganisatie spelen wij een sleutelrol in de keten om goed beleid en goede marktcondities te helpen realiseren en de energietransitie vooruit te helpen. Ter ondersteuning daarvan leveren onze leden maandelijks statistieken aan, die wij geanonimiseerd analyseren en interpreteren. Zo beschikken wij altijd over de meest actuele inzichten over de ontwikkelingen in de markt, direct van de bron.

In het licht van de energietransitie en de informatievoorziening daaromtrent, neemt de noodzaak van het kunnen beschikken over de juiste cijfers ook voor externe partijen toe. Denk aan beleidsmakers, (vak)media en collega-brancheorganisaties. Zij weten Vereniging Warmtepompen goed te vinden voor de meest actuele ontwikkelingen en markttrends en misschien wel belangijker: de duiding daarvan.

 

Verschillende organisaties, meetmomenten en cijfers

In voorkomende gevallen worden er op verschillende momenten via verschillende organisaties naar de buitenwereld ietwat van elkaar afwijkende cijfers gecommuniceerd, over de verkoop van het aantal warmtepompen in Nederland. Zoals het geval was in het laatste kwartaal van 2023:

(1) DNE Research berekende voor het Nationaal Warmtepomp Trendrapport in oktober jl. dat er naar hun verwachting 167.000 warmtepompen zouden worden verkocht in 2023
(2) Vereniging Warmtepompen hield vast aan een eerdere prognose van 170.000 verkochte warmtepompen in 2023, gezien de ingezette groei
(3) Toen het daadwerkelijk aantal verkochte warmtepompen in 2023 bekend werd, bleken dat er 150.000 te zijn
(4) Het CBS publiceert binnenkort ook cijfers over 2023. Daar zal wellicht een lichte afwijking in zitten ten opzichte van het hierboven genoemde

Deze verschillen en waardoor ze ontstaan, zijn heel goed uit te leggen. En dat zullen we dan ook graag doen, aan de hand van onderstaande Q&A met voorzitter Frank Agterberg:

 

Wat is de verklaring voor de lichte afwijking van de cijfers van Vereniging Warmtepompen ten opzichte van de CBS-cijfers?

Vereniging Warmtepompen werkt met de verkoopcijfers van fabrikanten aan groothandels en de grote installateurs. Dat zijn de cijfers die wij maandelijks van onze leden krijgen. Deze cijfers vertalen zich door in wat er daadwerkelijk wordt geïnstalleerd bij de eindklant, maar daar zal dus een kleine vertraging in zitten. Het CBS maakt in de basis gebruik van de cijfers van Vereniging Warmtepompen, waarop zij twee aanvullingen doen:

(1) Cijfers van fabrikanten die geen lid zijn van Vereniging Warmtepompen
(2) Cijfers van RVO op basis van de aangevraagde ISDE-subsidies voor lucht/water warmtepompen, water/water warmtepompen en hybride warmtepompen in de bestaande bouw.

 

Zijn ventilatielucht warmtepompen een aparte categorie?

Nee. Dat zit zo: Het CBS verzamelt de marktcijfers onder andere om de ministeries in staat stellen beleid toetsen. Het criterium hierbij is de gerealiseerde CO2-besparing door warmtepompen. Hierin telt het CBS de ventilatielucht warmtepompen niet mee. Wij leveren de cijfers over ventilatielucht warmtepompen wel aan bij het CBS, die door het bureau niet worden meegenomen in de statistieken.

Dat is overigens volkomen onterecht, want ventilatie warmtepompen dragen zeker bij aan CO2-reductie. Vereniging Warmtepompen is hierover al in gesprek met het CBS.

 

Waar vinden we de bodemgekoppelde warmtepompen en PVT terug in de cijfers?

De verkoopcijfers van bodemgekoppelde warmtepompen zijn te herleiden uit de aantallen water/water warmtepompen, omdat de kleinere systemen vrijwel allemaal een gesloten bodemenergiesysteem als bron hebben. Maar óók PVT valt onder de water/water warmtepompen en heeft inmiddels zijn weg naar de markt goed gevonden. We weten nog niet precies om hoeveel PVT-systemen het gaat, dus we kunnen er wat minder stellig vanuit gaan dan voorheen, dat de kleine water/water systemen allemaal bodemgekoppeld zijn. We gaan binnenkort samen met collega branchevereniging Holland Solar kijken hoe we dit beter kunnen kwantificeren.

 

En airco’s?

Airco’s worden wel geïnventariseerd maar (nog) niet meegeteld in de cijfers die Vereniging Warmtepompen communiceert. Hier hebben we simpelweg te weinig zicht op. Wij hebben geen actueel beeld van het marktaandeel van de collectieve VWP-leden. Bovendien is het nog een onbeslechte discussie welke bijdrage omkeerbare airco’s, oftewel lucht-lucht warmtepompen, leveren aan de energietransitie.

 

De cijfers gaan bijna altijd over de woningbouw. Hoe zit het dan met de utiliteitsbouw?

In de utiliteitsbouw worden voornamelijk grotere warmtepompsystemen toegepast. Van grote systemen, die niet in de woningbouw geplaatst worden, hebben we simpelweg geen compleet beeld. Onze achterban vertegenwoordigt iets meer dan de helft van het marktvolume in dit segment. Dat is te onbetrouwbaar om iets te kunnen zeggen over cijfers, de marktcapaciteit en om ontwikkelingen te kunnen duiden. Wij zijn hard bezig om de andere helft van de markt ook te betrekken bij onze vereniging, zodat wij ons gezamenlijk kunnen inzetten voor de verdere verduurzaming van het utiliteitssegment en doelgericht beleid, mede op basis van danmalig volledige cijfers.

 

Hoe kan er in het laatste kwartaal zo’n verschil tussen het geprognotiseerde (170.000) en het gerealiseerde aantal (150.000) verkochte warmtepompen in de woningbouw ontstaan, in zo’n korte tijd?

In oktober vorig jaar zagen wij al dat er een trendbreuk naderde, doordat het aantal geleverde warmtepompen aan de groothandel met 7% terugliep. Die afvlakking van de groei heeft zich in de maanden november en december harder doorgezet. Om te verklaren waardoor dit komt, moeten we ook wat verder terug in de tijd.

 

Wat is er dan gebeurd?

Tot begin 2023 waren er leveringsproblemen door materiaaltekorten als gevolg van de corona-lockdown en een wereldwijd tekort aan printplaten en microchips. Nadat deze problemen voor de warmtepompenbranche voorbij waren, volgde er een enorme verkoopgolf bij de fabrikanten, doordat groothandels en installateurs hun voorraden op peil wilden brengen voor de lopende en achterstallige orders. In de loop van 2023 vonden de leveringen aan woningeigenaren uit die voorraden plaats, die niet direct werden aangevuld vanuit de fabrikanten.

 

Wat zou een verklaring kunnen zijn waarom groothandels liever eerst interen op hun voorraden in plaats van deze volop te vullen?

We zien voorzichtigheid in de markt maar ook bij de groothandels en installateurs. Hiervoor zijn drie verklaringen: ten eerste werd het aanhouden van voorraden duurder door de hoge rentestanden; hoe kleiner de voorraad hoe minder de kosten voor een groothandel. Ten tweede begon de markt wat voorzichtiger te worden. Die voorzichtigheid was voor een deel het gevolg van de lagere gasprijzen. Na de energiecrisis in 2022 en de daaropvolgende gasprijspieken, stapten mensen massaal over op de warmtepomp vanwege het aanzienlijk lagere energieverbruik in vergelijking met gasketels. Nu is die crisis achter de rug en wordt de urgentie om zo snel mogelijk over te stappen minder gevoeld. Een derde bron van onzekerheid komt voort uit de val van het kabinet Rutte IV. Dit kabinet, dat de warmtepomp politiek steunt, viel halverwege 2023. Het nieuw te formeren kabinet zal naar verwachting rechtser en daarmee conservatiever ten opzichte van de energietransitie zijn. Wij hopen natuurlijk op doorzetting van het ingezette beleid met betrekking tot de rol van warmtepompen in de energietransitie, maar dat is dus nog even afwachten.

 

Wat zijn de verwachtingen voor dit jaar?

Het aantal warmtepompen dat per jaar in woningen wordt geïnstalleerd, zal naar onze verwachting in 2024 stabiliseren rond de 150.000 stuks. Achter die prognose zit een aantal onzekerheden, zoals de beperkingen van het elektriciteitsnet (link naar het nog te publiceren artikel). Dat vertaalt zich ook in het feit dat er niet meer aan de lopende band warmtepompen worden besteld, zoals tot een paar maanden geleden het geval was. Ook de installatiesector zit momenteel aan de top van zijn kunnen, door hen worden in een doorlopend tempo warmtepompen geplaatst. Daar worden op zo’n korte termijn wel op enorme sprongen in capaciteit gehoopt maar niet verwacht.

 

En wat kunnen we hier verder uit concluderen?

Het gaat goed met de warmtepompenbranche en de fabrikanten van warmtepompen zijn er klaar voor om de beleidsdoelen voor 2030 te halen. Maar zoals het nu gaat, gaat het niet goed genoeg om in 2030 een miljoen (hybride) warmtepompen in de bestaande woningbouw geïnstalleerd te hebben. Die miljoen is niet zomaar een getal, maar vertegenwoordigt een verschuiving in de benadering van duurzame energie in de woningbouwsector. Als je dit sec terugrekent, betekent deze dat we 300.000 warmtepompen per jaar in totaal moeten installeren. Dit aantal zouden we rond 2026 moeten halen, maar stimulerende maatregelen en het doorgaan van de wettelijke normering van de efficiëntie van verwarmingsinstallaties zijn dan hard nodig.

Geschreven op:

Datum donderdag, jan 25

Onze leden

Dé brancheorganisatie voor warmtepompen in Nederland

Voorheen DHPA (Dutch Heat Pump Association)

Vereniging Warmtepompen

Postbus 5135
1410 AC Naarden

E-mailadres

Site informatie

Nieuwsbrief

Meld u aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief